Wanneer kan je een chape beleggen? Wanneer hij volledig droog én uitgehard is!

De belegbaarheid van een chape hangt af van twee factoren: of je chape al volledig droog én uitgehard is. Maar hoe zit dat dan juist in elkaar? Welke factoren spelen een belangrijke rol?

Droogtijd: belang van luchtvochtigheid

Een chapemengsel bestaat uit ongeveer 10% water: 2,5% gaat reageren met de cement, 1,5% blijft permanent in de chape zitten en al de rest, nog zo’n 6%, moet uit de chape verdampen.

Om dit restwater goed uit de chape te laten verdampen kan je best de luchtvochtigheid in het oog houden. Hoe hoger de luchtvochtigheid is, hoe minder water de lucht nog kan opnemen. Daarom is het belangrijk om de ruimte voldoende te verluchten en de ramen op kiepstand open te zetten. Te snelle droging van bijvoorbeeld bouwdrogers en luchtkanonnen moet je echter zeker vermijden. Anders gaat de chape schotelen of scheuren doordat de bovenste laag sneller droogt dan de onderkant van de chape.

Wanneer de relatieve luchtvochtigheid slechts 25% bedraagt, dan kan de chape snel drogen, want dan kan de lucht nog veel water opnemen. Bij een relatieve luchtvochtigheid van 90% zal de droogtijd logischerwijs veel langer duren.

Uit een pas geplaatste chape moet het aanmaakwater nog verdampen

Belang van de temperatuur

Ook de temperatuur van de lucht houd je best in het oog. Onder de 5°C hardt een chape niet meer uit. De cement kan niet meer reageren met het water.

Vanaf een temperatuur van 15°C kan een chape optimaal uitharden. Ook op de luchtvochtigheid, en dus de droogtijd, heeft de temperatuur een belangrijke invloed. Bij een temperatuur van 15°C kan de lucht immers minder vocht opnemen dan bij 25°C. 1 kilogram lucht van 25°C kan maximaal 20 gram water opnemen, terwijl er bij 15°C slechts 10,7 gram water nodig is om tot 100% luchtvochtigheid te komen. Bij een warmere omgeving kan de lucht dus nog meer vocht opnemen en droogt je chape dus sneller. Het kan dus interessant zijn om de ruimte licht te verwarmen.

Aan condensatie op het raam kan je bijvoorbeeld merken dat de luchtvochtigheid zeer hoog is, want de waterdamp wordt dan omgezet in water dat op het raam staat. In die omstandigheden zal je chape niet verder drogen.

Wanneer je in je chape het aanmaakwater kan verminderen, verkort je ook je droogtijd, aangezien er dan minder water uit moet verdampen. Door toevoeging van LDS ExcellFloor (droogtijd 14 dagen) of LDS ExcellFloor 5D (droogtijd 5 tot 7 dagen) verminder je het aanmaakwater met 40%. LDS ExcellFloor 5D creëert bovendien extra kleine luchtporiën in de chape die het vocht permanent kunnen vasthouden, waardoor je ook sneller mag beleggen. 

Aan condens kan je zien dat de lucht verzadigd is

Met een CM meting kan je het vochtgehalte in de chape meten

Uitdroging ≠ uitharding

Een chape heeft vocht nodig om te kunnen uitharden. De norm zegt dat men vloerbekleding mag plaatsen wanneer het vochtgehalte in de chape onder de 2% is gedaald. Het kan echter chape droog genoeg is, maar dat de droging zo snel is gegaan dat de chape nog niet de kans heeft gehad om volledig uit te harden. Uitharding brengt eveneens krimp met zich mee. Na het tegelen kan de chape dan nog verder uitharden en dus ook krimpen, waardoor de tegels bol komen te staan en/of los komen.

Met andere woorden: het proces van uitdroging en uitharding is een complex gegeven. Om te weten wanneer je een chape probleemloos kan beleggen moet je zowel naar de uitdroging als de uitharding kijken. Beiden moeten voltooid zijn voordat je de vloerafwerking kan plaatsen.

Wanneer kan je een chape beleggen? Wanneer hij volledig droog én uitgehard is!